Asscher houdt tempo wetsvoorstellen kinderopvang hoog

Minister Asscher wil het tempo hoog houden als het gaat om de invoering van twee wetsvoorstellen (Harmonisatie en Innovatie Kwaliteit Kinderopvang). In maart zullen de concrete maatregelen via algemene maatregelen van bestuur (AMvB’s) in de Kamer worden besproken. Het tijdspad met invoering van de beide wetten per 1 januari 2018 blijft staan.

Bijvoorbeeld: tips voor buiten spelen

Dit maakt minister Asscher (Sociale Zaken) bekend tijdens een plenair Kamerdebat over de kinderopvang. Veel Kamerleden maken zich zorgen over de snelle invoering van beide wetten. Vooral de veranderende kwaliteitsmaatregelen voor kinderopvangorganisaties en peuterspeelzalen kunnen een grote impact hebben. Wat de precieze uitwerking is van maatregelen zoals een andere beroepskracht-kindratio op de babygroep en de bso, andere eisen aan het pedagogisch beleidsplan en het aannemen van hbo-opgeleide pedagogische beleidsmedewerkers wordt pas bekend in lagere regelgeving. De AMvB’s van komende maand zullen doorslaggevend zijn voor de branche en voor Kamerleden.

Basisvoorziening
Tijdens het Kamerdebat werd duidelijk dat veruit de meeste partijen positief tegenover de grote lijnen van de wetsvoorstellen staan. D66 en GroenLinks hadden liever gezien dat het kabinet nog verder was gegaan door van kinderopvang een (gratis) basisvoorziening te maken. Asscher zegt desondanks toch trots te zijn op het eindresultaat. ‘Een eventuele verdere stap vergt nadere besluitvorming en is aan een volgend kabinet. Ik ben echter in mijn nopjes met hetgeen wij hier nu mogelijk maken.’ Alleen de PVV gaf nu al aan tegen de twee wetsvoorstellen te stemmen. PVV-Kamerlid Machiel de Graaf: ‘Wie voor de vrijheid van mensen is, kan volgens ons nooit accepteren dat de overheid een zo grote rol krijgt in de opvoeding van kinderen, als middels deze wetten dreigt te gebeuren.’

Kostenstijging
Vanuit oppositiepartijen D66, GroenLinks, CDA en de SP, maar ook kabinetspartijen VVD en PvdA kwamen vragen over de gevolgen van de twee wetsvoorstellen. VVD-Kamerlid Bas van ’t Wout: ‘Deze zomer zullen kinderdagverblijven al moeten gaan nadenken over hun uurprijzen voor volgend jaar. Ze moeten die in het najaar gaan bespreken met de oudercommissies. Is dat reëel, als je nog niet weet aan welke eisen je straks moet voldoen?’ Hij maakt zich ook zorgen om wat dit betekent voor de portemonnee van ouders. Asscher antwoordde dat nieuwe eisen omtrent de ratio op babygroepen onherroepelijk kosten met zich mee brengen voor kinderopvangorganisaties. De ratio gaat op die groepen van 1 pm’er op 4 baby’s naar 1 pm’er op 3 baby’s. Steven van Weyenberg van D66 wilde weten of Asscher een vinger aan de pols houdt met de nieuwe bkr. Asscher beloofde dit, net als het monitoren van hoe de nieuwe bkr werkt. Daarnaast gaat hij onderzoek doen naar de kostprijs in de kinderopvang.

Maximum uurtarieven
Asscher: ‘Om de toegankelijkheid te borgen, pas ik de maximumuurprijs voor de toeslag hierop aan. Daardoor zijn ondernemers en ouders in staat om de kosten te dragen. De aanpassing van de uurprijs wordt geregeld door een wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag 2018, dat dit najaar gereed is. Om een goede toegankelijkheid voor ouders verder te borgen, is de kinderopvangtoeslag in het jaar 2016 en vanaf dit jaar structureel verhoogd.’

Uitstel aannemen hbo’er
Voor één kwaliteitsmaatregel maakt minister Asscher een uitzondering: het aannemen van een pedagogisch beleidsmedewerker (hbo-opgeleid) wordt pas vanaf 1 januari 2019 verplicht. ‘Dit is een nieuwe functie, waar de kwaliteitseisen nog voor moeten worden vastgesteld. De kwalificatie-eisen voor beroepskrachten en pedagogisch beleidsmedewerkers komen in een regeling te staan. Het gaat daarbij om algemene opleidingseisen, de taaleis en de specifieke scholing voor beroepskrachten die op babygroepen werken. Alle andere kwaliteitseisen worden vastgelegd in een AMvB.‘

Harmonisatie
Kamervragen over de gevolgen van de harmonisatie kon minister Asscher wel wat concreter beantwoorden. Ook omdat 60 procent van de gemeenten het peuterspeelzaalwerk inmiddels heeft omgevormd of dit grotendeels heeft gedaan. Asscher ziet bij deze gemeenten geen toename van segregatie. Hij noemt alleen Amsterdam als mogelijke uitzondering omdat voorscholen daar voor een grote groep ouders gratis is. Daar gaan ouders er na de harmonisatie op achteruit. Maar dan nog wijst de minister erop dat de meeste gemeenten de inkomensafhankelijke tabel van kinderopvangtoeslag aanhouden. De laagste inkomens betalen dan 6 procent van de kosten.

Kinderopvangtoeslag
Gemeenten krijgen trapsgewijs 60 miljoen euro aan extra middelen om kinderen van niet-werkende ouders en kostwinnersgezinnen te bereiken en ze te stimuleren om gebruik te maken van peuterspeelzaalwerk. Hier gaat een hele operatie aan vooraf omdat tweeverdieners na 2018 gebruik moeten maken van kinderopvangtoeslag. Steven van Weyenberg (D66) is bang dat dit tot chaos gaat leiden bij de Belastingdienst of dat grote groepen ouders onterecht een aanvraag voor kinderopvangtoeslag indienen. Asscher ontvangt graag suggesties hoe hij gemeenten kan ondersteunen om de juiste ouders naar kinderopvangtoeslag te leiden en de andere groep ouders naar de gemeente. Hij belooft alle voor- en nadelen van de reeds bedachte oplossingsrichtingen te bekijken.

Bereik peuters
Verder belooft minister Asscher PvdA-Kamerlid Keklik Yücel om te gaan monitoren in hoeverre peuters daadwerkelijk bereikt worden met de extra middelen die daarvoor aan de gemeenten zijn verstrekt. De 60 miljoen euro die gemeenten krijgen wordt niet geoormerkt. Asscher: ‘Dat levert geen complete monitor op van alles wat gemeentes doen met jonge kinderen — dat is ook niet doenlijk — maar wel een antwoord op de vraag wat er gebeurt met de extra middelen.’

Bron: Kinderopvangtotaal

Deel dit bericht met wie je maar wil!